Ik wou dat ik 2 hondjes was (II)

Omdat mijn vorige blog vooral bezorgdheid bij lezers opriep, heb ik er een stukje aan toegevoegd. De tekst is mij in die korte tijd dat ie bestaat erg dierbaar geworden, en ik zou het jammer vinden als die door bezorgdheid zijn intentie verliest. Daarom hierbij nogmaals mijn verhaal.

In afstemming op mijn moeder, vermengen als vanzelf de verschillende levens. Het leven van mijn moeder, levens van tantes die ik gekend heb, het leven van een dochter wiens vader in de oorlog aan de verkeerde kant stond, het leven van een oma die als jong meisje wees werd en als verstotene van de maatschappij de liefde moest ontberen, het leven van hun kinderen en het leven van mij. Generaties vrouwen die niet mochten spreken, niet konden zijn wie ze zijn, die gedreven door overleven niet aan leven toekwamen. Levens van kinderen. Levens die te zwaar waren om vol te houden. Een geschiedenis van velen die nu dementeren. Al deze levens zitten ook ergens in mij. Dankbaar dat ik door hen mag leren leven.

Verdriet van binnen, verdriet van zijn

Niet zijn, niet mogen zijn, niet kunnen zijn.

Een kind van eenzaamheid.

Oh was ik maar 2 hondjes, dan kon

ik lekker spelen.

Een kind van machteloos, van

meewaaien, van ondergeschikt, van

niet weten, een kind van gekonkel,

manipulatie en boute volgzaamheid.

Niet weten, niet weten, niet weten.

Voelt niet goed, het is, het is

Overgave, meebewegen, volgen,

niet begrijpen, niet begrijpen

niet vragen, gewoon doen, gewoon doen

ik praat niet, ik zal niet praten

weet hoe ik me terug kan trekken.

Daar ben ik goed in, me terugtrekken,

mij zie je niet. Totdat je een been breekt.

Dan ben ik er voor jou.

Verder zie je me niet, je hoort me niet,

ik zwijg. Kan ik. Heel goed. Zwijgen.

Ik wil wel praten hoor. Als het

Moet. Fijner vind ik nu te zwijgen.

Mijn verhalen bij mij. Mijn verhalen

in mij. Ik val niemand lastig.

M’n hoofd doet het niet meer.

Ik val niemand lastig.

Ik kan heel goed zwijgen.

Mijn verhalen bij mij, van mij, in mij.

Weg. Mijn verhalen vliegen weg.

Weg van mij.

Ik moet ze halen.

Mijn verhalen.

Ik kan heel goed zwijgen.

Verdriet. Van mij. Ik kan heel

goed zwijgen.

Vertel het maar niet. Anders zouden de mensen maar denken.

Heel anders naar je kijken.

Ik kan heel goed zwijgen.

Kijk eens hoe goed!

Mijn geheimpje.

Het wordt steeds groter.

Ik kan nog steeds heel goed zwijgen.

En ik zorg voor jou.

Kijk maar.

Als het nodig is.

Anders trek ik me weer terug.

Ik wil wel praten.

Maar ik heb niks meer te vertellen.

Kijk eens mama hoe goed ik zwijgen kan?!

Nee, praten, beter niet.

De mensen zouden maar denken.

Ik trek me wel terug.

Kijk eens mama, hoe goed ik me terug kan trekken?!

Nee, beter niet praten.

Ze zouden maar denken.

Ik hoef ook niet te praten hoor.

Als het beter is van niet.

De mensen zouden maar denken.

Ik speel wel met mijn pop.

In een hoekje van het leven.

Mijn universum.

Totdat het niet meer gaat.

Ik praat niet veel hoor!

Totdat het niet meer gaat.

Ik kan heel goed zwijgen.

Totdat.

Het is niet zo belangrijk hoor wat

ik te vertellen heb.

Dus laat mij hier maar zwijgen.

Ik wil wel, maar ben zo goed in zwijgen.

Nee joh gekkie, ik heb echt niks te vertellen.

Ik kan beter zwijgen.

Ben ik goed in hoor!

Mijn wereld wordt steeds kleiner.

Er gaat maar weinig met me mee

Mijn kleine universum

Ik wil wel praten hoor,

maar ’t ontglipt me

er gaat steeds minder met me mee.

Mijn kleine universum

daar zijn geen stemmen meer.

Die laten me eindelijk met rust.

Nu kan ik misschien wel praten

in de stilte van mijn hoofd.

Maar weet niet wat te zeggen

er zijn geen verhalen meer.

Het is wel even wennen

Er was zoveel gebeurd

Ik wilde zo graag praten

Ik wilde zo graag praten

Maar ik leerde zwijgen

Omdat zwijgen beter was.

De mensen konden eens gaan denken

als ik een prater was.

Er was zoveel gebeurd

Bijna niet te bevatten.

Mijn wereld werd verscheurd

Er was te veel gebeurd.

Ik wou dat ik 2 hondjes was,

Dan kon ik lekker spelen.

Mijn universum is zo gek nog niet

al is het even wennen

dat ik nu weer praten mag.

Ik ben zo goed in zwijgen.

Ik wou dat ik 2 hondjes was.

Ik wou dat ik 2 hondjes was

Verdriet van binnen, verdriet van zijn

Niet zijn, niet mogen zijn, niet kunnen zijn.

Een kind van eenzaamheid.

Oh was ik maar 2 hondjes, dan kon

ik lekker spelen.

Een kind van machteloos, van

meewaaien, van ondergeschikt, van

niet weten, een kind van gekonkel,

manipulatie en boute volgzaamheid.

Niet weten, niet weten, niet weten.

Voelt niet goed, het is, het is

Overgave, meebewegen, volgen,

niet begrijpen, niet begrijpen

niet vragen, gewoon doen, gewoon doen

ik praat niet, ik zal niet praten

weet hoe ik me terug kan trekken.

Daar ben ik goed in, me terugtrekken,

mij zie je niet. Totdat je een been breekt.

Dan ben ik er voor jou.

Verder zie je me niet, je hoort me niet,

ik zwijg. Kan ik. Heel goed. Zwijgen.

Ik wil wel praten hoor. Als het

Moet. Fijner vind ik nu te zwijgen.

Mijn verhalen bij mij. Mijn verhalen

in mij. Ik val niemand lastig.

M’n hoofd doet het niet meer.

Ik val niemand lastig.

Ik kan heel goed zwijgen.

Mijn verhalen bij mij, van mij, in mij.

Weg. Mijn verhalen vliegen weg.

Weg van mij.

Ik moet ze halen.

Mijn verhalen.

Ik kan heel goed zwijgen.

Verdriet. Van mij. Ik kan heel

goed zwijgen.

Vertel het maar niet. Anders zouden de mensen maar denken.

Heel anders naar je kijken.

Ik kan heel goed zwijgen.

Kijk eens hoe goed!

Mijn geheimpje.

Het wordt steeds groter.

Ik kan nog steeds heel goed zwijgen.

En ik zorg voor jou.

Kijk maar.

Als het nodig is.

Anders trek ik me weer terug.

Ik wil wel praten.

Maar ik heb niks meer te vertellen.

Kijk eens mama hoe goed ik zwijgen kan?!

Nee, praten, beter niet.

De mensen zouden maar denken.

Ik trek me wel terug.

Kijk eens mama, hoe goed ik me terug kan trekken?!

Nee, beter niet praten.

Ze zouden maar denken.

Ik hoef ook niet te praten hoor.

Als het beter is van niet.

De mensen zouden maar denken.

Ik speel wel met mijn pop.

In een hoekje van het leven.

Mijn universum.

Totdat het niet meer gaat.

Ik praat niet veel hoor!

Totdat het niet meer gaat.

Ik kan heel goed zwijgen.

Totdat.

Het is niet zo belangrijk hoor wat

ik te vertellen heb.

Dus laat mij hier maar zwijgen.

Ik wil wel, maar ben zo goed in zwijgen.

Nee joh gekkie, ik heb echt niks te vertellen.

Ik kan beter zwijgen.

Ben ik goed in hoor!

Mijn wereld wordt steeds kleiner.

Er gaat maar weinig met me mee

Mijn kleine universum

Ik wil wel praten hoor,

maar ’t ontglipt me

er gaat steeds minder met me mee.

Mijn kleine universum

daar zijn geen stemmen meer.

Die laten me eindelijk met rust.

Nu kan ik misschien wel praten

in de stilte van mijn hoofd.

Maar weet niet wat te zeggen

er zijn geen verhalen meer.

Het is wel even wennen

Er was zoveel gebeurd

Ik wilde zo graag praten

Ik wilde zo graag praten

Maar ik leerde zwijgen

Omdat zwijgen beter was.

De mensen konden eens gaan denken

als ik een prater was.

Er was zoveel gebeurd

Bijna niet te bevatten.

Mijn wereld werd verscheurd

Er was te veel gebeurd.

Ik wou dat ik 2 hondjes was,

Dan kon ik lekker spelen.

Mijn universum is zo gek nog niet

al is het even wennen

dat ik nu weer praten mag.

Ik ben zo goed in zwijgen.

Ik wou dat ik 2 hondjes was.