Oeps… ik ben blij

Eind 2013 stopte mijn wandeling en kwam ik terug in Nederland. Ik wist niet wat me overkwam… wat een geweld aan geluid, drukte, stress, snelheid, stenen, beton en asfalt, auto’s, mensen afgesloten, in hun mobiel verscholen, het overdreven aanbod in de winkels… het was alsof ik me in een science fiction film bevond…

In de jaren die volgen leer ik een manier te vinden hoe ik me in dit geweld staande kan houden, leer ik opnieuw de rust en de stilte, die ik tijdens mijn wandelen heb leren kennen, in deze waanzinnige kermis terug te vinden.

Op oudejaarsdag 2019 heb ik ’t gevoel dat ik een opleiding heb afgerond. Ik weet niet welke opleiding, maar ik weet dat ik er klaar voor ben. Waarvoor ik klaar ben, weet ik ook niet, maar dat er iets groots gaat komen staat voor mij vast.

En dan is het 12 maart, de dag dat een reusachtige tanker tot stilstand wordt gebracht, en ik kan alleen maar denken “hè hè, eindelijk! eindelijk is het zover”.

En ik voel me blij.

De wereld wordt tot rust gebracht.

Dat weekend logeer ik bij mijn moeder, en samen onderzoeken we wat er gaande is. Afwisselend schiet ik in de stress en is mijn moeder heel laconiek, en dan weer is mijn moeder gestrest en ben ik weer de rust zelve. Ondertussen leert mijn moeder in haar mouw te hoesten en ik excessief (obsessief??) mijn handen te wassen. Tussendoor voelt het allemaal heel onwerkelijk en hebben we grote lol, tot aan de slappe lach, die niet meer ophoudt bij het idee dat we 2 weken samen in quarantaine zouden moeten. Oh wat lijkt me dat leuk! En fijn.

Maar ik weet ook dat mijn plek nu, juist nu, in de bossen is. Ook hierbij weet ik niet precies het waarom.

Voor het slapen gaan staan we wat onwennig en houterig tegenover elkaar. Mogen we elkaar nu wel of niet knuffelen, zoals we normaal doen voor het slapen gaan. We doen het. We sluiten de nieuwe indringer even buiten ons.

Als we de volgende dag afscheid nemen, doen we dat zonder knuffel. Met een 🙏 groet. Een bijzonder moment. Ik voel een enorme liefde voor mijn moeder, en een groot respect naar de natuur.

Zo ervaar ik wat er gaande is, als een heel logische ‘nu is het genoeg’ van de aarde.

De olietanker is nog steeds aan het uit-varen. Ik zie en hoor dat het effect op mensen groot is, en ook heel persoonlijk. Iedereen lijkt hierin zijn eigen weg te gaan, en te worden geconfronteerd met eigen angsten, eigen schaduwkanten.

Ook ik.  Oude angsten laten zich snel duidelijk zien… bang om het niet goed te doen. Ik wil niet dat iemand door mij risico loopt! Ik vind het lastig de regels te combineren met mijn eigen sterke intuïtie. Ja, want ik zou het wel eens verkeerd kunnen hebben… ik schiet van mijn hoofd naar mijn hart en weer terug, van het lichtveld naar de aardse realiteit. De omgeving daagt uit: de één die afstand houdt, de ander die staat te snotteren in de winkel, een uitnodiging om ergens te komen eten, en mijn moeder die besloten heeft geen bezoek meer te ontvangen. In mijn bos is alles goed, en stroom ik op een grote golf van zorgeloze liefde. Ik neem het als een uitdaging om nog beter te gaan voelen, en nog meer te vertrouwen.

Dan is er mijn angst om mezelf te laten zien… Als ik bedenk hoe leuk het is om liedjes aan de deur te brengen… oja, en ik heb een wandelbedrijf… wat houdt mij toch tegen dit in de praktijk te brengen?

Schaamte omdat ik het in deze bizarre tijd hier zo goed heb in mijn kleine paradijs. Schaamte omdat ik juist nu zo blij ben!

Ik denk terug aan mijn tijd in Kenia, een plek waar honger en dorst de belangrijkste drijfveren van de mensen daar waren. Ik ontmoette een moeder die één van haar kinderen onnodig verloor, en mij met veel energie en blijheid de hut liet zien waar ze woonde. Ik had zelf kort daarvoor mijn zus verloren, en vroeg hoe zij zo positief in het leven kon staan. Waarop ze met grote vanzelfsprekendheid zei ‘Ik heb nog een kind’. Toen ik daarna terug in Nederland was, bleek mijn beker van meer dan half leeg, in goed gevuld te zijn veranderd. Ik wist dat de mensen in Kenia hùn leven leiden, en ik niks kon en hoefde te veranderen daar. Wat ik had te doen, is míjn leven leiden, genieten van wat ik heb, van mijn leven hier, van alles wat er wel is.

Ik hoor van het sluiten van de daklozenopvang tijdens deze tijden van ‘straat- en samenscholingsverbod’, en vind het vreselijk. Ik denk aan de vluchtelingen, in deze tijd van huisplicht…

En ìk ben blij. Ik dans en zing weer in mn kamer. Geniet van de lente, de vogels, de bomen en de blauwe lucht. Voel de spanning en uitdaging van een nieuwe tijd.

Angst om anders te zijn…

…dit durf ik natuurlijk allemaal niet te delen.

Mijn gevoel zegt dat het tijd is.