Weer thuis

4 juni 2013 vertrok ik te voet van Amsterdam naar Spanje. 5 jaar later neem ik op 4 juni de trein naar Venerque le Vernet, een plaatsje iets onder Toulouse. Later die week heb ik een retraite in het teken van Maria Magdalena in Katharenland, maar voor die tijd heb ik een paar dagen vrij in te vullen.

’T is gek, maar ik zie al weken op tegen de overstap in Parijs, en uiteindelijk gaat die helemaal als vanzelf. Als ik onderweg ben, ben ik veel meer in het moment, en neem ik alles zoals het zich aandient. Dan volg je gewoon wat je te doen hebt, en als het niet duidelijk is, vraag ik het. Alles zonder stress, zonder gedoe, zonder moeite… eigenlijk een beetje saai 🙂

Ik voel ook helemaal geen Parijse stress. Ik zie hem wel, maar hij is niet anders dan in Amsterdam. Het is eigenlijk een beetje raar om naar Zuid Frankrijk te reizen. Ik voel hoe ik mezelf meeneem, het weer schijnt in Nederland ook nog eens veel beter te zijn en tot nu toe is de omgeving nog niet spannend. Ook de mensen prikkelen me (nog) niet. Ik ben best moe, kort geslapen. Ik ben hier net zo ‘van een andere wereld’ als thuis. Geen behoefte me hierin te mengen. Ik ben op vakantie 🙂

Dit net opgeschreven, raak ik in de trein aan de praat met een 19jarige studente uit Noord Frankrijk die naar een stage plek gaat in het Zuiden, iets boven Toulouse. Eigenlijk probeer ik nog een plaatsje apart te krijgen, maar ik kom er niet onderuit. Mijn buurvrouw ziet de half lege trein niet als uitnodiging om lekker apart met veel ruimte te kunnen zitten. Uiteindelijk delen we 3 uur lang onze, en vooral haar, inspirerende levens. Ze volgt een academie voor het creëren van glazen kunst voorwerpen, en dankzij de mobiel krijg ik de laatste tentoonstelling van vazen van haar jaar te zien. Prachtige werken, een mooi mens, enthousiast en zo wijs! We omhelzen elkaar ten afscheid. Wat fijn, zo’n licht te ontmoeten! Haar naam is Marie.

Om 8 uur ’s avonds zit ik voor mijn tentje aan een kolkende rivier, bruin van alles wat ie meevoert. Geluk met een fles water en een bakje blauwe bessen.

De volgende dag zit ik op ’n bankje bij de rivier te lunchen, en bedenk me dat ik hier een paar dagen kan blijven, en kijken wat er gebeurt. Het is hier erg mooi. En dan zie ik ineens een rugzak over de brug lopen! Mijn hele lijf reageert en wil er direct achteraan! Ik weet niet of mijn voet ’t aankan, heb geen haast, maar volgens mij moet ik morgen weer gaan lopen 🙂.

20 km verderop ligt het Canal du Midi waarlangs een voet- en fietspad van zo’n 500 km loopt. Mijn plan is daar de eerste dag heen te lopen. In overleg met de campingbeheerder neem ik de langste en heuvelachtigste route, met minder autoverkeer. Die uitdaging ga ik aan, desnoods daarna een week met mijn voet omhoog!

Ik moet onderweg natuurlijk gelijk al plassen. Hoe vertrouwd. Een vrouw in kamerjas loopt naar buiten om de houten luiken van haar ramen open te klappen. Ik ben weer thuis! De arrogantie van ‘de wereld is van mij’ heb ik nog niet terug, maar ik geniet van de vogels, de lucht, de bomen, en… ik heb eindelijk weer ’t gevoel dat ik wat doe, dat ik nuttig ben! Ik moet denken aan de man in Rotterdam die hele dagen door de stad rolschaatste, want daarmee hield hij de aarde draaiende. Als hij zou stoppen zou de aarde stoppen met draaien! Ik heb sterk het gevoel dat ik ook iets doe door te lopen. Alsof elke voetstap de aarde masseert, voedt, zoals de aarde mij bij elke stap voedt. Is dit dan toch wat ik te doen heb??? Mag ik weer gaan lopen, lopen zonder eind…

Ik ontmoet de eerste niet zo lieve hond en ik schrik niet. Ik lees het naambordje Rue de Baronnes.

Daar woont dus een razende hond.

Na een uurtje hoef ik al niet meer te plassen. Dat wordt allemaal intern opgelost. Ooh frambozen!!! Ik kan er net niet bij. Elk huis ‘a vendre’ wordt weer vastgelegd, en brengt mijn fantasie op hol. Ook daarin niks veranderd.

Halverwege de dag ontdek ik dat ik vlakbij een camino-route loop. Omdat ik niet weet waar die uitkomt, besluit ik maar mijn eigen route te volgen. Er sjeest een motor voorbij. Grappig toch hoe de één houdt van snel, en voor mij is 3 km per uur hard zat.

Paddenstoelen zo groot als mijn hoofd, vrijende slakken en af en toe een wielrenner die de heuvel op klimt. Inmiddels is de wereld weer van mij, en moet ik oppassen niet de hele tijd midden op de weg te lopen.

De eerste paar uren voel ik mijn (gebroken) voet bij elke stap. Daarna niet meer. Dan voel ik mijn kuiten, mijn bovenbenen, van binnen, van voor en van achter! En mijn billen… Mijn rugzak valt mee. Dan een bordje ‘camping this way, chemin de terre’. Ooh mijn liezen!!! Om 14 uur staat mijn tentje op, ligt mijn bedje klaar, en geniet ik van een heerlijke verdiende lunch met een blikje kidneybonen en een paprika. Ik voel alleen nog maar mijn voet…

Ik raak in gesprek met mijn achterbuurvrouw, die daar tijdelijk op de camping woont, en al gauw delen we onze levensvragen, onze pijn en zoektocht. We hebben niet langer dan een kwartier samen, voor zij weer verder moet, maar zijn voor altijd verbonden. We omhelzen elkaar ten afscheid. Haar naam is Marie.

Gister sliep ik bij de ruis van de kolkende rivier, nu in de ruis van de 2 snelwegen waartussen de camping ligt. Al is het hier prachtig, de autoruis doet me de volgende dag weer inpakken en doorgaan.

Plassen op een franse wc met barefootschoenen is net alsof je op je sokken…nou ja, laat maar. Geen succes!

Op de camping kom ik een andere wandelaar tegen, waar ik niet echt contact mee krijg. Hij is de volgende ochtend eerder weg dan ik, en blijkt een andere weg naar Canal du Midi te hebben genomen. Als ik langs het kanaal loop, zie ik hem op de brug gefrustreerd gebaren en weer omkeren. Ik probeer zijn aandacht te trekken, maar hij ziet me niet, net zo min waarschijnlijk als de loopbrug die een klein stukje verder ligt. Later die ochtend loopt hij me voorbij, duidelijk makend dat ie geen contact wil en zodra die voor me is, zie ik hem op zijn horloge kijken. Hij heeft duidelijk een taak te volbrengen. En ik ga maar weer ’s even stil staan om alles op te schrijven.

‘s avonds ontmoeten we elkaar weer op onze volgende camping.

Tijdens het lopen raap ik het plastic afval op dat ik tegenkom. Ik wou dat ik een tas had om alles in te doen….

Kort daarop zie ik ergens een plastic zak liggen, en als ik me zuchtend begin druk te maken dat iemand dat zo heeft achtergelaten, realiseer ik me dat ik daar juist om gevraagd had…

In Nederland stel ik mezelf altijd een limiet voor wat ik op mag rapen, omdat ik anders alleen maar aan t rapen ben, maar nu kan ik het niet laten. Het lopen wordt er wel een stuk zwaarder door, dat bukken met de rugzak de hele tijd, maar het geeft ook voldoening.

Ik raak in gesprek met een fietser uit Belgie die al een jaar rondtoert, en het plan heeft om de wereld over te fietsen. Ik vertel hem dat ik dat misschien wel lopend wil gaan doen… Ik doe mijn best om er niet de hele dag mee bezig te zijn, maar te genieten van de dagen die ik nu heb, en de stappen die ik nu zet. Ik leef NU!

De 3e dag is hoedjesdag. Eindelijk schijnt de zon volop! De route langs het kanaal is prachtig, alleen heel de tijd met de autowegruis die regelmatig de vogels overstemt. Dan maar zelf zingen om de aarde stem te geven tegen dat autogeweld. Het is hier zo mooi…

Na een uur wordt het stiller, en hoor ik de vogels weer. Ik loop van sluis naar sluis. Fascinerend toch, elke keer dat verschil in waterhoogte. Als ik op een kruising bij een sluis vraag waar ik een prullenbak kan vinden om mijn zak te legen, blijkt dit later het punt waar ik een afslag mis en op de bijzonder mooie camino route terecht kom. Het wordt een enorme omweg. Oh, als ik die retraite niet had…. Dan had ik door kunnen lopen, dwalen, me door de lucht laten leiden…

Na een paar uur dwalen ben ik eindelijk weer op de route van het kanaal. Daar lig ik onder de mooiste boom, op ’t beste bankje en eet mijn lekkerste broodje ooit 🙂

Aan ’t einde van de dag kom ik aan in Castelnaudary, waar ik de volgende dag opgepikt wordt door een vriendin die ook naar de retraite gaat. Blijkt de camping nog niet open te zijn! Een oudere vrouw die ik aanspreek zegt me dat er wel in het park gekampeerd wordt. Het is een optie, maar hij blijft voor mij niet aantrekkelijk: geen douche, geen water, geen wc en dan ook nog een alerte nacht… ieder zijn hobby, maar liever niet voor mij. Bij de tourist office hoor ik dat de volgende camping 6 km verderop is. Nou, die heb ik echt niet meer in mijn voeten zitten vandaag! ’T Is al tegen 5en en het Ibis hotel is de goedkoopste optie…nee, dan toch ’t park…maar allebei eigenlijk niet… Zij hebben geen oplossing, en ik heb geen puf om het kantoor te verlaten…

Dan komt er een meisje van achter die zegt een AirB&B plek te weten, en uiteindelijk wordt dat de oplossing. Ik kom bij een bijzonder stel met een 3 jarige peuter. Ze gaan de volgende dag weg voor een paar dagen, en ik krijg de sleutel! Het klikt, ik eet mee, en zwaai hen de volgende ochtend uit, waarna ik weer lekker mijn bed inkruip…ik ben zoooo moe. 3 dagen lopen, 3 dagen bijzondere ontmoetingen, 3 dagen mee op de stroom, 3 dagen thuis.